Terug

Dit moet je weten over kabeltrekken

Ben je bekend met alle facetten van kabeltrekken? Dit artikel verschaft je alle benodigde basiskennis.

 

Topics:

1. De basisbeginselen van kabeltrekken

2. Trekken van de kabel

3. Het gebruik van de haspelwagen

4. Het kiezen van de meest geschikte lier

5. Hoe voorkom je stilstand en schade op een project

 

1. De basisbeginselen van kabeltrekken 

(Hoogspannings)kabels worden getrokken om een verbinding te maken tussen twee aansluitpunten in het stroomnet. Er kan op twee manieren gewerkt worden om de kabel onder de grond te krijgen: sleuf loos, door middel van een boring met daaropvolgend het aanbrengen van een buis, of door middel van het graven van een sleuf, een open werkwijze.

 

Zodra in beide gevallen het tracé gemaakt is, moet de kabel erin. Het is van het allergrootste belang dat tijdens het trekken niet meer kracht gebruikt wordt dan voorgeschreven door de fabrikant van de kabel. Meer kracht gebruiken kan betekenen dat de kern en/of mantel van de kabel beschadigd raakt, waardoor de verbinding onbetrouwbaar wordt of zelfs geheel wegvalt, nadat alles is aangesloten.

 


 

2. Trekken van de kabel

In een ideale wereld is het kabeltracé, de sleuf of buis, kaarsrecht. In de praktijk is dit zelden het geval. De kabel zal op zijn weg te maken krijgen met allerhande bochten en hoogteverschillen. Er kan op drie manieren getransporteerd worden: door middel van 'kabelhondjes' - dit zijn kabeltransporteurs die de kabel vooruitduwen - door middel van een lier, of door een combinatie van lier en hondjes.

 

Om de kabel goed te geleiden in de sleuf, vrij te houden van de grond tijdens het transporteren en de krachten die de kabel ondervindt te reduceren, worden om de drie meter zogenaamde 'mosterdpotten' geplaatst. Dit zijn bi-conische geleide rollen (in de vorm van een klassieke mosterdpot, vandaar de naam) die de kabel soepel in de juiste richting leiden.

 

Ze heffen dus wrijvingsweerstand en ongewenste druk op. Bij het trekken van kabel in een buis wordt glijmiddel toegepast om de wrijvingsweerstand te verminderen. Er zijn twee manieren van bevestiging van de lier aan de kop van de kabel: met een vlieter (ook wel 'Chinese Vinger'), een netje uit metaaldraad dat zich om de kabelkop 'wurgt' als eraan getrokken wordt, of met trekkop, die geklemd wordt aan de gestripte kabelkern.

 

Kabeltrekken

 

 

3. Het gebruik van de haspelwagen

De kabelhaspel wordt vanuit een haspelwagen afgerold. De keuze voor een type haspelwagen is afhankelijk van het formaat van de haspel, het type kabel, en de lengte en diameter van de kabel. Er kan sprake zijn van 'single core' of 'triple core' kabels, met variërende diameters, zoals 240 mm, 480 mm, 630 mm, 1000 mm (hoogspanningskabel) etc.

 

Hoe groter de kabel diameter, des te zwaarder deze is per strekkende meter. Hoe soepel het trekken van de kabel verloopt, is van een aantal factoren afhankelijk, te beginnen bij een correcte positionering van de haspelwagen. De kabelafloop van de haspel dient in een zo recht mogelijke lijn te liggen met de eerste meters die de kabel zal afleggen in de sleuf of buis. Een goede haspelwagen beschikt over de juiste lagers op de afrol-as om zo min mogelijk afrolweerstand te hebben.

 

Wanneer de mosterdpotten om de 3 meter geplaatst worden en elke bocht voldoende wordt voorzien van mosterdpotten, wordt de weerstand die de kabel onderweg ondervindt ook nog eens geminimaliseerd. Wanneer een tracé erg lang is, dan is het raadzaam om op vooraf berekende plekken gebruik te maken van hondjes, de kabeltransporteurs. Zij ondersteunen de lier door de kabel voort te duwen, zodat de trekkracht gereduceerd wordt. Wederom: dit is van essentieel belang om in- en uitwendige schade aan de kabel te voorkomen.

 

 

 

4. Het kiezen van de meest geschikte lier 

De meest gebruikte kabellieren hebben een capaciteit van 3 ton, er zijn ook uitvoeringen die 5 ton of meer capaciteit hebben. Het heeft echter geen zin om 'overpowered' te werken, aangezien een kabel nooit met geweld getrokken mag worden. De lier beschikt over een recorder die op basis van ingevoerde marges waarschuwt wanneer er te veel kracht op de kabel komt te staan. De lier wordt dan automatisch gestopt.

 

 

 

 

5. Hoe voorkom je stilstand en schade op een project?

In de recorder van de lierwagen wordt een logbestand opgeslagen dat elke meter de meest relevante installatieparameters (trekkracht, treksnelheid, de installatieafstand, temperatuur/vochtigheid en GPS-positie) visualiseert en registreert. Als de maximale trekkracht van de kabel overschreden wordt, stopt de lier automatisch. Lukt het niet om een kabel binnen de voorgeschreven trekkracht in een tracé te trekken, dan kunnen er extra hondjes en mosterdpotten worden ingezet om de weerstand te verlagen.

 

Dat is een tijdrovende en zware klus om te moeten uitvoeren wanneer het kabeltrekproces al gestart is. Een alternatief is om de kabel op te delen en te lassen met een mof. Dit heeft echter tot gevolg dat de kabel in betrouwbaarheid achteruit gaat, de kabelmoffen zijn de zwakste schakel in het hele kabeltracé. Het is dan ook logisch dat eigenaren van het net waartoe de nieuwe kabel behoort liever geen kabelmoffen toegepast zien worden.

 

Wie schade en stilstand op het project wil voorkomen, boekt directe winst door in de voorbereidingsfase alles tot in de puntjes te regelen:

  • Werk met de beste haspelwagen
  • Zorg voor voldoende kabeltransportmiddelen (hondjes en mosterdpotten)
  • Besteed extra aandacht aan bochten in het tracé (mosterdpotten bijplaatsen)
  • Gebruik een lier die het juiste vermogen heeft en het proces monitort

 

Dat vraagt om de nodige investeringen, op koop- of huurbasis. Deze investeringen vallen echter in het niet bij de kosten die kunnen optreden wanneer het project vastloopt, met in het ergste geval schade aan de kabel tot gevolg. Daar komt bij dat een vastgelopen project, al dan niet met schade, het imago van het kabeltrekbedrijf schaadt. Ook dat kost op termijn geld, door misgelopen opdrachten.

 

Heeft u vragen?
Vraag het Dennis!